Door:
Monique van Dijk
Positie pensioengerechtigde in dienstverband
Pensioengerechtigde
In artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet (AOW) staan de pensioengerechtigde leeftijden per jaartal weergegeven. Een werknemer heeft recht op ouderdomspensioen indien deze de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en minimaal één kalenderjaar verzekerd is geweest in het tijdvak, aanvangende met de dag waarop de AOW aanvangsleeftijd is bereikt en eindigde met de dag voorafgaande aan de dag waarop de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt.
AOW en pensioenregeling bij dienstverband na pensioenleeftijd
Op het moment dat een werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, ontvangt hij een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Het inkomen dat de pensioengerechtigde krijgt uit een dienstverband heeft geen invloed op de AOW. Daarnaast heeft dit inkomen uit werk ook geen gevolgen voor een aanvullend pensioen dat bij de werkgever is opgebouwd of pensioenen die bij verzekeringsmaatschappijen zijn afgesloten.
Dienstverband na pensioengerechtigde leeftijd
Indien de werknemer na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd wil doorwerken, zijn er twee mogelijkheden:
- Er zijn in de arbeidsovereenkomst of de cao geen specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot het eindigen van het dienstverband bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd; het bestaande contract loopt door, tenzij de werkgever dit contract heeft opgezegd.
- De arbeidsovereenkomst bepaalt dat het dienstverband van rechtswege eindigt als de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. In dat geval kan de pensioengerechtigde overleggen met de werkgever over een nieuw contract.
De werknemer die blijft doorwerken na de pensioengerechtigde leeftijd heeft recht op tenminste het minimumloon en minimumvakantiebijslag.
Opzeggen arbeidsovereenkomst bij bereiken pensioengerechtigde leeftijd
Er zijn 2 opties:
- Er is niets geregeld in de arbeidsovereenkomst. In dat geval kan de werkgever de arbeidsovereenkomst opzeggen tegen of na de dag waarop de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd uit artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet (AOW) heeft bereikt. De werkgever moet opzeggen met in achtneming van één maand opzegtermijn.
- Er is in de arbeidsovereenkomst geregeld dat dat het dienstverband eindigt als de werknemer de AOW aanvangsleeftijd bereikt. In dat geval eindigt de arbeidsovereenkomst van rechtswege als een werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De arbeidsovereenkomst eindigt dan vanzelf, de werkgever hoeft de overeenkomst dus niet op te zeggen. Dit volgt uit de cao of de arbeidsovereenkomst.
Geen transitievergoeding
Indien een werknemer wordt ontslagen op het moment dat de AOW-leeftijd is bereikt of erna, heeft hij geen recht op een transitievergoeding.
Beëindiging arbeidsovereenkomst met pensioengerechtigde die (nog) in dienst is (komt) ná zijn pensioengerechtigde leeftijd
Bij opzeggen van de arbeidsovereenkomsten moet het volgende in acht worden genomen:
- a. De pensioengerechtigde is (nog) in dienst bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
Volgens artikel 7:669 lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW) kan de werkgever de arbeidsovereenkomst opzeggen met in achtneming van één maand opzegtermijn tegen of na de dag waarop de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd uit artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet (AOW) heeft bereikt. In dit geval kan de werkgever de overeenkomst opzeggen zonder preventieve toets van het UWV of de rechter.
- b. De pensioengerechtigde komt in dienst ná de pensioengerechtigde leeftijd en heeft een:
Contract voor bepaalde tijd
De arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd eindigt van rechtswege. Hierbij is de aanzegverplichting van toepassing.
Ketenbepaling
Een reeks van opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten wordt een keten genoemd. De ketenbepaling is voor tijdelijke contracten van pensioengerechtigde van toepassing. Een pensioengerechtigde mag op maximaal zes tijdelijke contracten in maximaal vier jaar werken. Na meer dan zes opvolgende tijdelijke contracten of na vier jaar wordt het tijdelijke contract automatisch een vast contract. Alleen de tijdelijke arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd tellen mee voor de keten.
- Contract voor onbepaalde tijd
Indien de pensioengerechtigde een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd heeft geldt het ontslagrecht artikel 7:669 Burgerlijk Wetboek (BW). Dit betekent met een preventieve toets van het UWV of de rechter. Op grond van artikel 7:669 lid 2 onder c Burgerlijk Wetboek (BW) kan de werkgever de arbeidsovereenkomst opzeggen indien er redelijke grond bestaat. Hierbij geldt een opzegtermijn van één maand.
Andere rechten en plichten na pensioengerechtigde leeftijd
- Loonbelasting
De werkgever houdt loonbelasting in als de pensioengerechtigde doorwerkt.
- Premies
De werkgever betaalt geen premies meer voor de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de algemene Ouderdomswet (AOW). De pensioengerechtigde is dus niet meer verzekerd tegen werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, maar hij heeft nog wel recht op een Ziektewetuitkering.
- Arbeidsvoorwaarden, proeftijd of concurrentiebeding
Deze bepalingen gelden ook na de pensioengerechtigde leeftijd.
Ziekte na pensioengerechtigde leeftijd
Indien de pensioengerechtigde ziek wordt, moet de werkgever het loon maximaal dertien weken doorbetalen. Tijdens deze dertien weken mag de werkgever de pensioengerechtigde ook niet ontslaan.
Als de pensioengerechtigde werkt op basis van een uitzendovereenkomst heeft hij bij ziekte recht op een Ziektewetuitkering van maximaal dertien weken.