Door:

Justian Bohr

Februari 2022

Harddrugs aangetroffen in huurhuis: ouders mogen blijven, zoon moet woning verlaten

In deze uitspraak van Rechtbank Amsterdam gaat het om de (meerderjarige) zoon van huurders van een woning in Amsterdam-Noord, die de huurwoning moet verlaten omdat de politie er onder meer een grote hoeveelheid harddrugs en weegschalen heeft aangetroffen. De andere huurders (het gezin) mogen in de woning blijven wonen.  

Feiten en omstandigheden

Huurders huren sinds 1987 twee sociale huurwoningen van verhuurder, die boven elkaar zijn gelegen. Huurders wonen met het gezin in de huurwoningen (man, vrouw, zoon, dochter en kleinkind). Nadat de zoon is aangehouden wegens wapenbezit zijn de woningen doorzocht. Hierbij is een grote hoeveelheid harddrugs, contant geld, een munitiepatroon en twee weegschalen aangetroffen in een tas in de kamer van de zoon. De zoon is inmiddels veroordeeld en gedetineerd

Verhuurder heeft de huurders vervolgens gesommeerd de huurovereenkomsten op te zeggen. Huurders hebben gesteld geen idee te hebben hoe dit heeft kunnen gebeuren. Tijdens een gesprek tussen huurders en verhuurder heeft verhuurder aangegeven dat zij vasthoudt aan de sommatie om de huurovereenkomsten op te zeggen, maar dat zij bereid is om een andere woning aan te bieden in een andere buurt. 

Geschil 

De rechter is van oordeel dat de omstandigheid dat een grote hoeveelheid harddrugs in de woning is gevonden kan worden aangemerkt als een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. Het voorhanden hebben van een dergelijke hoeveelheid harddrugs in het gehuurde kan risico’s en gevaar opleveren voor omwonenden en kan verloedering van de buurt in de hand werken. Als uitgangspunt geldt dat een tekortkoming in beginsel de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.

Huurders hebben aangevoerd dat de tekortkoming hen niet kan worden aangerekend nu de zoon de drugs in de woning heeft gebracht en de rest van het gezin daarvan geen wetenschap heeft gehad. Op de verhuurder rust de last om feiten of omstandigheden te stellen die de conclusie rechtvaardigen dat de huurders op de hoogte waren van de gedragingen van de zoon, dan wel daar ernstig rekening mee had moeten houden. Verhuurder heeft onvoldoende aangetoond dat huurders op de hoogte moesten zijn geweest van de gedragingen van de zoon, althans dat zij daar ernstig rekening mee hadden moeten houden. 

Daarbij komt dat huurders in de 35 jaar dat zij (de vader) huren nimmer overlast aan omwonenden hebben bezorgd. Uit de positieve verklaring van een buurvrouw en de handtekeningenlijst van omwonenden blijkt van het tegendeel. Niet is gebleken dat het gehuurde als drugspand werd gebruikt. Verhuurder heeft verder nagelaten gemotiveerd te onderbouwen dat de rust, veiligheid en het huurgenot van haar huurders/de omwonenden nu nog in het geding zijn. Nu de harddrugs uit de woning zijn gehaald en de zoon niet meer in de woning verblijft, is er geen sprake (meer) van een gevaarlijke situatie

Oordeel rechter

Al het vorenstaande in onderling(e) verband en samenhang bezien brengt de rechter tot het oordeel dat de tekortkoming van de huurders de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde niet rechtvaardigt. Deze beoordeling kan anders uitvallen mocht blijken dat de huurders de zoon in de toekomst toch weer toestaan om in de woning te gaan verblijven. 

2022-07-04T13:29:03+02:00
Ga naar de bovenkant