Door:

mr. Monique S. van Dijk

April 2020

Einde relatie tussen Nederlandse en Surinaamse bank

De Nederlandse bank ABN AMRO BANK N.V. mocht de rekening van de Surinaamse bank SURICHANGE BANK N.V. opzeggen vanwege onder meer het gevaar van witwassen, zo heeft de rechter in deze zaak van 13 maart 2020 geoordeeld.

Feiten

Surichange Bank is een van de in Suriname gevestigde banken, opgericht in 2005, en biedt gebruikelijke bankdiensten zoals kredietverlening, sparen en betalen. Zij staat onder toezicht van de Centrale Bank van Suriname en heeft geen bankvergunning voor Nederland of Europa.

Sinds 2011 heeft Surichange Bank bij ABN AMRO een zogenoemde nostro-rekening (vanuit het perspectief van ABN AMRO aangeduid als loro-rekening) in euro’s. De door B.V. Suri-Change voor haar circa 50.000 klanten uitgevoerde transacties (jaarlijks ca 188.000) hebben voor 70% betrekking op Suriname. Klanten betalen in Nederland geld op de rekening van B.V. Suri-Change. Zij stort of boekt de betalingen door naar de nostro-rekening van ABN AMRO. Harde valuta komen zo op het nostro-account terecht en de tegenwaarde daarvan wordt door Surichange Bank in Surinaamse dollars (SRD) in Suriname uitgekeerd of overgemaakt aan de begunstigde.

Bij e-mail van 20 september 2019 heeft ABN AMRO aan Surichange Bank bericht van plan te zijn om de bankrelatie te beëindigen. Bij brief van haar advocaat van 25 oktober 2019 heeft Surichange Bank daartegen gemotiveerd bezwaar gemaakt en verzocht om heroverweging. Bij brief van 2 januari 2020 heeft ABN AMRO uiteengezet dat en waarom de uitkomst van de heroverweging negatief is en dat de rekening vanwege – kort gezegd – risico’s van reputatieschade en witwassen wordt beëindigd met ingang van 2 maart 2020.

Oordeel voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter is met ABN AMRO van oordeel dat Surichange Bank in de categorie ‘hoger risico’ in de zin van de Wwft valt, alleen al vanwege de correspondentrelatie en haar vestigingsplaats (Suriname is een land met verhoogd risico). Dit betekent dat ABN AMRO naast het gebruikelijke voortdurende cliëntenonderzoek van artikel 3 Wwft verscherpt cliëntenonderzoek moet doen. Een instelling kan op basis van het cliëntenonderzoek en het vastgestelde risicoprofiel concluderen dat een bestaande relatie met een cliënt te grote integriteitrisico’s met zich brengt. ABN AMRO heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat die situatie zich hier voordoet.

Zo vormt de voeding van het nostro-account en het atypische gebruik ervan een risico op witwassen. De bijschrijvingen zijn niet van Surichange Bank zelf afkomstig maar van B.V. Suri-Change en haar (Nederlandse) klanten. Het gaat veelal om door de klanten bij B.V. Suri-Change gestorte contante bedragen.

De conclusie is dan ook dat ABN AMRO vanwege concrete en reële integriteitsrisico’s voldoende gronden had voor de opzegging.

2022-08-01T12:00:28+02:00
Ga naar de bovenkant