Ondernemers kunnen (nog) niet verplicht worden te betalen voor eHerkenning om belastingaangifte te kunnen doen
Feiten en omstandigheden
In deze uitspraak van 15 februari 2022 van rechtbank Gelderland ging het om de vraag of ondernemers verplicht kunnen worden om eHerkenning aan te schaffen bij een commerciële partij om belastingaangifte te kunnen doen. De belastingplichtige, in dit geval een besloten vennootschap, deed voor de maand maart 2020 geen aangifte loonheffing, terwijl zij daartoe wel verplicht was. Sinds 1 januari van dat jaar is het namelijk alleen mogelijk om aangifte loonheffing te doen met eHerkenning. Deze software kan slechts tegen betaling bij een commerciële partij worden aangeschaft. Belastingplichtige weigerde eHerkenning aan te schaffen. Omdat de Belastingdienst geen aangifte loonheffing van de belastingplichtige heeft ontvangen is een naheffingsaanslag opgelegd.
Geschil
In geschil is of er een wettelijke grondslag bestaat om belastingplichtigen te kunnen verplichten bij een commerciële partij eHerkenning aan te schaffen voor het doen van hun aangiften. De belastingplichtige stelt dat zij wel de wil had om aangiften loonheffing te doen maar dat zij geen aangifte loonheffing heeft kunnen doen, omdat zij niet over eHerkenning beschikt(e). Zij is van mening dat er geen wettelijke basis is voor het doen van aangiften door middel van eHerkenning, zolang de Wet digitale overheid niet in werking is getreden.
Volgens de Belastingdienst is eHerkenning niets anders dan een elektronische handtekening, waarvoor een (wettelijke) basis bestaat. Daartoe verwijst de Belastingdienst naar verschillende wetten en regelgeving. Verder voert de Belastingdienst aan dat de belastingplichtige (vrijwel) kosteloos aangifte kan doen door na aanschaf van eHerkenning te verzoeken tot toepassing van de compensatieregeling voor de kosten van eHerkenning.
Beoordeling van het geschil
De belastingplichtige die vennootschapsbelasting (Vpb) of aangifte LH wil doen, heeft in beginsel sinds 1 januari 2020 eHerkenning nodig om te kunnen inloggen op het nieuwe portaal ‘MijnBelastingdienst Zakelijk’. De rechtbank stelt vast dat de belastingplichtige in 2020 alleen door middel van eHerkenning aangiften LH kon doen. Gelet op het voorgaande volgt de rechtbank de belastingplichtige in haar stelling dat zij wel de wil had om aangiften LH te doen maar dat zij zonder eHerkenning niet de mogelijkheid had om aangiften LH te doen.
Nu sprake is van een wettelijke verplichting tot het doen van aangifte, is de rechtbank van oordeel dat de mogelijkheid tot het voldoen aan die verplichting kosteloos dient te zijn. Voor het gebruik van eHerkenning dienen sommige belastingplichtigen, zoals de belastingplichtige in kwestie, echter te betalen. De rechtbank constateert dat er geen wettelijke basis voor deze betalingsverplichting bestaat.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de Belastingdienst niet de mogelijkheid heeft om de belastingplichtige een naheffingsaanslag op te leggen. De belastingplichtige wilde wel aan haar aangifteplicht voldoen, maar kon dit zonder eHerkenning niet. Onder deze omstandigheden staat het verweerder naar het oordeel de rechtbank dan ook niet vrij een naheffingsaanslag op te leggen.