Handelen in strijd met Gedragsregels Advocatuur beïnvloedt afspraken in beginsel niet civielrechtelijk: vordering op basis van “No cure no pay” in casu toegewezen (mr. Justian Bohr)
In deze uitspraak van Rechtbank Gelderland van 9 maart 2022 lag de vraag voor of een gemaakte afspraak, welke in strijd zou zijn met de Gedragsregels advocatuur en Verordening voor de advocatuur, in een civielrechtelijke procedure stand houdt.
Casus
Een advocatenkantoor gespecialiseerd in incassozaken heeft een opdracht ontvangen tot het incasseren van een openstaande vordering van bijna € 400.000,00. Het advocatenkantoor heeft aan de opdrachtgever te kennen gegeven dat de zaak geen puur incassokarakter heeft, nu de vordering door de wederpartij wordt betwist. Het advocatenkantoor heeft aangegeven desondanks bereid te zijn de (incasso)werkzaamheden te verrichten op basis van hun incassobeleid “No Win No Fee”, met een uurtarief van € 195,00 per gewerkt uur.
Na het uitvoeren van de opgedragen incassowerkzaamheden is door de schuldenaar zo’n € 160.000,00 ontvangen door de opdrachtgever. Het andere deel van bijna € 240.000,00 heeft het advocatenkantoor ontvangen op haar derdengeldenrekening. Het advocatenkantoor heeft van dit bedrag vervolgens zo’n € 190.000,00 doorgestort naar de opdrachtgever. De opdrachtgever heeft daaropvolgend de opdracht ingetrokken en het advocatenkantoor verzocht de achtergehouden € 50.000,00 direct over te maken. Het advocatenkantoor houdt dit bedrag geparkeerd op haar derdengeldenrekening en vordert bij de rechter betaling van haar factuur, buitengerechtelijke kosten en beslagkosten.
Het advocatenkantoor stelt dat zij met opdrachtgever een resultaatafhankelijke beloning is overeengekomen en dat opdrachtgever gehouden is de op basis daarvan opgestelde eindafrekening te voldoen. De opdrachtgever betwist dat met het advocatenkantoor een resultaatbeloning is overeengekomen en stelt dat de opdrachtbevestiging niet voldoet aan de voor advocaten geldende Gedragsregels en de Verordening voor de advocatuur, nu volgens die regels geen resultaatafhankelijke beloning overeengekomen mag worden.
Oordeel rechter
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat de Gedragsregels en in beginsel ook de voorschriften in de Verordening de civiele rechter niet binden in de zin dat deze inbreken op de civielrechtelijke afspraken tussen advocaat en cliënt. Aan het betoog van de opdrachtgever op grond van de Gedragsregels en de Verordening geen sprake kan zijn van een resultaatafhankelijke tariefafspraak gaat de rechtbank dan ook voorbij. Het is aan de civiele rechter om hetgeen tussen partijen is uitgewisseld (civielrechtelijk) te beoordelen. Een tariefafspraak die gedragsrechtelijk of op grond van de Verordening niet door de beugel zou kunnen, ontslaat een cliënt nog niet van zijn verplichting om volgens die afspraak te betalen.
De civielrechtelijke beoordeling leidt er in dit geval toe dat de afspraak zoals die tussen partijen is gemaakt een resultaatafhankelijk tarief inhoudt. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de opdrachtbevestiging en het akkoord daarop door opdrachtgever dat partijen de afspraak hebben gemaakt om af te rekenen volgens het incassobeleid zoals in het mailbericht werd beschreven. Dat het door het advocatenkantoor in rekening gebrachte bedrag in verhouding tot de daaraan door haar bestede tijd, in de ogen van opdrachtgever excessief is, doet aan het voorgaande niet af. De vorderingen van het advocatenkantoor worden toegewezen.
Conclusie
In conclusie houdt het verweer van de opdrachtgever – dat resultaatgerichte afspraken voor advocaten niet zijn toegestaan en daarom ook niet afgedwongen kunnen worden – geen stand. Ook al kan een bepaalde tariefafspraak gedragsrechtelijk niet door de beugel, de civiele rechter is bij zijn oordeel niet gebonden aan deze gedragsrechtelijke regels. Overigens komt daar nog bij dat resultaatgerichte afspraken door advocaten wél gemaakt mogen worden wanneer het gaat om ‘eenvoudige’ incassozaken.