Door:

mr. Monique S. van Dijk

Juli 2016

Opzegging van een duurovereenkomst

Onlangs heeft de Rechtbank Rotterdam een interessante uitspraak gedaan over het opzeggen van een duurovereenkomst. Deze uitspraak wordt hier kort behandeld:

De casus is als volgt: Intertaste (formeel bestaande uit twee vennootschappen) c.s. is producent van droge soepen en heeft een aantal overeenkomsten gesloten met de rechtsvoorganger van Continental Food Belgium (CF Belgium). De totstandkoming van deze overeenkomsten vloeide voort uit een tender van Heinz voor de productie van droge soepen. De omstandigheid dat zowel Intertaste als CF Belgium afzonderlijk op die tender tevergeefs hadden ingeschreven leidde ertoe dat zij op suggestie van Heinz een samenwerking tot stand hebben gebracht waarmee zij alsnog de tender van Heinz verkregen. De soepen die worden geproduceerd en geleverd aan CF Belgium zijn bestemd om doorgeleverd te worden aan Heinz.

Op gegeven moment wil afnemer CF Belgium van het contract af en zegt de overeenkomst met haar producent en leverancier Intertaste op. CF Belgium wil de productie van de soep in eigen beheer nemen.

Intertaste vordert in kort geding een verbod tot opzegging van de overeenkomst. Intertaste beroept zich hierbij op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.

In het kader van de duurovereenkomst is er de overeenkomst Contract Manufacturing Agreement (hierna: CMA) gesloten. Deze overeenkomst voorziet in een opzegtermijn van 12 maanden. Tijdens de onderhandelingen werd door Intertaste voorgesteld om hierin een verbod op ‘insourcing’ op te nemen. Met dit verbod in de overeenkomst wilde Intertaste voorkomen dat CF Belgium de productie van de soepen weer in eigen beheer zou gaan nemen. Dat verbod is er uiteindelijk niet gekomen.

CF Belgium had tijdens de onderhandelingen aangegeven niet te verwachten dat zij de soepen weer zelf zal produceren en leveren. CF Belgium wil niet worden beperkt in mogelijke overnames (waarbij je soms niet van te voren kunt zien wat er mee komt). In de CMA staat dat bij beëindiging van de overeenkomst Intertaste verplicht is mee te werken aan de overgang naar een opvolgende producent De opvolgende producent zou in dit geval ook CF Belgium kunnen zijn. Intertaste heeft er geen rekening mee gehouden dat het CF Belgium ook daadwerkelijk de leveranties van soepen weer in eigen beheer zou gaan nemen.

De rechter oordeelt als volgt:
Van belang is in de eerste plaats dat de CMA moet worden beschouwd als een commercieel contract tussen professioneel opererende partijen, over de tekst waarvan, volgens de onbetwiste stellingen van CF Belgium, langdurig en met bijstand van juristen overleg is gevoerd. De tekst van de overeenkomst die door partijen uiteindelijk is geaccordeerd bepaalt met zoveel woorden dat de opzegging “may be given for any or no reason in the notifying party’s sole discretion” (artikel 1.2 onder eee). Dit wijst erop dat partijen de mogelijkheid onder ogen hebben gezien om te bepalen dat een opzegging slechts rechtsgeldig kon geschieden in bepaalde omstandigheden maar dat zij ervoor hebben gekozen een opzegging mogelijk te maken wegens ongeacht welke reden.

De rechter heeft oog voor de argumenten van Intertaste maar verwerpt deze uiteindelijk:
In deze omstandigheden, in onderlinge samenhang beschouwd, is de rechtbank voorshands van oordeel dat niet gezegd kan worden dat de wens om droge soepen zelf te gaan produceren maakt dat de opzegging door CF Belgium naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dat (de voorganger van) CF Belgium bij het aangaan van de overeenkomst niet de verwachting had zelf weer droge soepen te willen gaan produceren, maakt dit niet anders. Dit laat immers onverlet dat partijen uitdrukkelijk hebben gekozen voor de mogelijkheid om de overeenkomst om welke reden ook op te zeggen alsmede voor het niet in de overeenkomst opnemen van een verbod tot ‘insourcing’.

(Rechtbank Rotterdam 15 januari 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:449).

Handelscontract? Schrijf alles goed op papier!
De uitspraak leert dat het van belang is dat wanneer u als contractspartij een handelscontract sluit met een wederpartij dat u in dit contract goed op papier zet onder welke omstandigheden mag worden opgezegd. Contractspartijen hebben namelijk het recht een duurovereenkomst naar elkaars eigen inzichten in te vullen. Dit volgt uit het recht van contractsvrijheid. Een overeenkomst mag echter niet in strijd zijn met de wet of goede zeden.

Wat is een duurovereenkomst eigenlijk?
Een duurovereenkomst is een overeenkomst, die kort gezegd, gaat over een langere periode. Partijen komen overeen dat er gedurende deze periode prestaties worden verricht. Deze overeenkomst kan worden aangegaan voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd. Goede voorbeelden zijn arbeids-, huur en verzekeringsovereenkomsten.

Het is een algemene regel dat een overeenkomst kan worden opgezegd in het geval een wederpartij tekortschiet, dat wil zeggen de wederpartij komt zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet na (wanprestatie). Eerst moet de opzeggende partij de wederpartij in gebreke stellen en hem een redelijke termijn geven de prestaties uit de overeenkomst na te komen.

Als er geen sprake is van een wanprestatie, zoals het geval was in de zaak tussen Intertaste en CF Belgium kan de overeenkomst dan zomaar worden opgezegd? Hiervoor moet worden gekeken naar de opzegtermijn die in de overeenkomst is opgenomen. Verder is belangrijk te kijken naar wat contractspartijen verder hebben afgesproken. Een rechter kijkt vooral naar de omstandigheden van het geval en hij kan de werking van de redelijkheid en billijkheid in zijn overweging betrekken (aanvullend als er niets is afgesproken en beperkend als er wel iets als een opzegtermijn is afgesproken).

Twijfelt u of u te maken heeft met een duurovereenkomst? Wilt u weten wat uw opzeggingsmogelijkheden zijn? Of wilt u uw overeenkomst door ons laten opstellen? ? Neem dan contact op met VANDIJK Advocaten, Rotterdam (Prinsenland).

2022-07-27T11:55:57+02:00
Ga naar de bovenkant