In deze nieuwsbrief behandelen wij:

  • Ontslagen bestuurder ontvangt billijke vergoeding
  • Bestuurder is niet aansprakelijk voor onbetaald aten van €800.000,- door BV
  • VOF niet ontbonden: vennoten hebben geen definitieve overeenstemming bereikt. Read:

Ontslagen bestuurder ontvangt billijke vergoeding (6 sept. 2018)

De heer X was bestuurder van een auto importorganisatie en wordt ontslagen wegens tegenvallende verkoopresultaten. De rechtbank kent de bestuurder een gefixeerde schadevergoeding toe, omdat werkgever heeft opgezegd tegen een eerdere datum dan de opzegtermijn toeliet. Daarnaast kent de rechtbank de bestuurder een billijke vergoeding toe. De eis van een redelijke ontslaggrond geldt immers ook voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een bestuurder, en aan deze eis was in casu niet voldaan. Anders dan werkgever betoogt, brengt het vennootschappelijke ontslag van een bestuurder niet naar aard mee dat sprake is van een voldragen h-grond. De stelling dat de bestuurder geen goede relatie heeft weten op te bouwen met belangrijke stakeholders – wat een ontslag op de g-grond zou rechtvaardigen – was bovendien onvoldoende onderbouwd. Ten slotte is ook niet voldaan aan de d-grond (disfunctioneren), aangezien de tegenvallende financiële resultaten reeds bestonden op het moment dat de statutair bestuurder in dienst trad. Hij was juist aangenomen om ‘het tij te keren’ en heeft naar zijn voorgestelde visie gehandeld. De bestuurder had een redelijke termijn moeten krijgen om de situatie te verbeteren.

Bestuurder niet aansprakelijk voor onbetaald laten van €800.000,- door BV (18 juli 2018)

De heer X was enig bestuurder van BV X. Op grond van een overeenkomst neemt BV X een zeeschip van BV Y in bevrachting. Vervolgens heeft BV X €800.000,- onbetaald gelaten. BV Y stelt de heer X als bestuurder aansprakelijk. BX X heeft het schip onderverhuurd aan onderbevrachter A. BV Y stelt dat dat de overeenkomst tussen de BV’s is verlengd, terwijl de heer X wist dat BV X niet kon nakomen. Niet is vast te komen staan dat bestuurder X wist of redelijkerwijs had behoren te weten dat onderbevrachter A niet zou nakomen. Dat BV X voor de betaling aan BV Y volledig van de betalingen van onderbevrachter A afhankelijk was achter de rechter niet van belang. Dat zou anders zijn als bestuurder X wist of redelijkerwijs had behoren te weten dat onderbevrachter A haar betalingsverplichting niet zou nakomen. De vordering van BV Y wordt afgewezen.

Tip: Zorg voor meer zekerheid bijvoorbeeld door een pandrecht, bankgarantie, hoofdelijkheid of borgtocht af te spreken

VOF niet ontbonden: vennoten hebben geen definitieve overeenstemming bereikt (25 juli 2018)

Persoon A en persoon B hebben samen een VOF. De relatie tussen partijen is vertroebeld en zij hebben de wens uitgesproken de samenwerking te willen beëindigen. Overeenstemming over beëindiging hebben partijen echter nooit bereikt. Persoon A vordert een verklaring voor recht dat de VOF ontbonden is. De rechtbank oordeelt dat in dit geval niet geconcludeerd kan worden dat de VOF ontbonden is. Niet is gebleken dat één van de wettelijke ontbindingsgronden zich in dit geval voordoet. Evenmin is gesteld noch gebleken dat een van de omstandigheden zich voordoet die partijen overeen zijn gekomen, waarbij de VOF eindigt. Partijen kunnen de VOF in onderling overleg ontbinden. Daarvoor is nodig dat overeenstemming hebben bereikt over de ontbinding van de VOF en de vereffening en de verdeling daarvan. Het volstaat dus niet dat beide partijen de samenwerking binnen de VOF wensen te beëindigen. Partijen moeten het ook eens worden over de wijze van de beëindiging. In deze zaak is dat niet het geval. De VOF is dus niet ontbonden.

Tip: stel op voorhand afspraken op omtrent het beëindigen van de VOF