In deze nieuwsbrief behandelen wij:
- Brief die eerder gemaakte afspraken bevestigd is geen besluit
- De verplichtstelling van een opleiding
- Gezondheidssituatie van een ambtenaar kan niet leiden tot hogere scores bij beoordeling. Read:
Brief die eerder gemaakte afspraken bevestigt is geen besluit, hiertegen staat dus geen bezwaar of beroep open.
Werknemer was jaren in dienst bij werkgever. In september 2012 heeft de werknemer zich ziek gemeld vanwege spanningsklachten. In het kader van haar re-integratie is de werknemer werkzaamheden gaan verrichten op verschillende afdelingen. In mei 2013 heeft de werkgever bij besluit de werknemer per april 2013 voor twee jaar benoemd in de functie van Medewerker. Bij brief van maart 2015 heeft de werkgever bevestigd dat met ingang van 1 april 2015 haar tijdelijke benoeming als bedoeld in het besluit van mei 2013 eindigt. De werknemer heeft tegen deze brief bezwaar gemaakt. De werkgever heeft het bezwaar niet-ontvankelijk en ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard en dit besluit vernietigd. In hoger beroep stelt de Centrale Raad van Beroep (CRvB) vast dat de brief van maart 2015 geen wijziging brengt in de rechtspositie van de werknemer en ook niet op een zelfstandig rechtsgevolg is gericht. De brief van maart 2015 kan daarom niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Om die reden verklaart de CRvB het bezwaar niet-ontvankelijk.
De verplichtstelling van een opleiding.
Werknemer was werkzaam bij de Belastingdienst. In 2011 kreeg werknemer een andere functie toebedeeld. Voor deze functie is als eis gesteld dat medewerkers een bijbehorende opleiding afronden. De werknemer is gestart met de opleiding maar heeft deze niet afgemaakt. Bij besluit van februari 2014 is de werknemer alsnog op de functie geplaatst waar hij de opleiding voor volgde. In mei 2014 is aan de werknemer medegedeeld dat hij verplicht is de opleiding te volgen. De werknemer is tegen dit besluit in bezwaar en beroep gegaan. Deze zijn beide ongegrond verklaard, waarna de werknemer in hoger beroep is gegaan. De werknemer is van mening dat hij niet verplicht kan worden om scholing te volgen nu hij, ook al gaat het om een andere afdeling, een overstap maakt op gelijk niveau. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) is van oordeel dat er bij verschillende afdelingen sprake kan zijn van verschillen in diversiteit qua werkzaamheden. Daarnaast bepaalt de staatssecretaris of de scholing noodzakelijk is. De werknemer kan in het belang van de rijksdienst, dus ook in dit geval, verplicht worden om scholing te volgen.
Gezondheidssituatie van een ambtenaar kan niet leiden tot hogere scores bij beoordeling.
Werknemer was sinds 1981werkzaam bij werkgever. Van 2010 tot en met 2014 is het functioneren van de werknemer vastgesteld als ‘onvoldoende’. Om zijn functioneren op het gewenste niveau te brengen en bij wijze van laatste kans is werknemer tijdelijk in een andere sector geplaatst. Ook hier is geoordeeld dat de werknemer niet voldeed aan de gestelde functie-eisen. Vervolgens is uit medisch onderzoek gebleken dat bij de werknemer sprake is van de stoornis van Asperger. Hierop is besloten de werknemer nogmaals een laatste kans te geven om zijn functioneren op niveau te brengen. Dit is niet gebeurd en bij besluit van februari 2015 is aan de werknemer ontslag verleend. Nadat bezwaar en beroep ongegrond zijn verklaard is de werknemer in hoger beroep gegaan. Hier voert de werknemer aan dat, voor zover sprake is van ongeschiktheid, deze terug is te voeren op zijn stoornis. Volgens vaste rechtspraak kunnen belastende omstandigheden waaronder de ambtenaar zijn werk heeft moeten uitvoeren hooguit invloed hebben op de aan de beoordeling te verbinden consequenties, maar kunnen zij niet leiden tot hogere scores dan op grond van het feitelijk functioneren gerechtvaardigd is. Dit geldt ook in het geval dat er sprake is van een slechte gezondheidssituatie van de ambtenaar. Het ontslag blijft dan ook in stand.