In deze nieuwsbrief behandelen wij:

  • Gemeentelijk fietsverkeerverbod mag;
  • Tijdelijke taakuitbreiding moet worden onderscheiden van aanstelling;
  • Regeling dwangsom van toepassing gemeentelijke aanmaningskosten;
  • Geen strijd goede procesorde indiening stukken na afloop beroepstermijn. Read:

 

Gemeentelijk fietsverkeerverbod mag van de rechter

Uit een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag blijkt dat de gemeente bevoegd is om een fietsparkeerverbod in te stellen. De rechtbank stelt vast dat het motief van het gemeentelijk verbod overeenkomt met dat van de WVW. Op grond van artikel 5:12 van de APV Den Haag is het verboden fietsen buiten de daarvoor bestemde parkeervoorziening te laten staan op een door het college aangewezen weg of weggedeelte. Eiseres zet haar fiets buiten het fietsenrek op een plein waar het parkeerverbod geldt. In hoger beroep voert eiseres aan dat de verbodsbepaling uit de APV in strijd  is met hogere regelgeving en met name met Wegenverkeerswet 1994 (Wvw) en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV). Ondanks dat het motief (het doel) van de regelingen hetzelfde zijn, oordeelt de rechter dat de APV niet in strijd is met de Wegenverkeerswet en de RVV. Volgens de rechter laat de Wegenverkeerswet en de RVV ruimte om aanvullende regels te stellen. Een verbod in de APV om fietsen op het trottoir te plaatsen wordt gecompenseerd door extra parkeervoorzieningen elders in de stad. De gemeente heeft dus de bevoegdheid om een fietsparkeerverbod in te stellen.

Tijdelijke taakuitbreiding moet worden onderscheiden van tijdelijke aanstelling

Volgens de Raad volgt uit tijdelijke taakuitbreidingen naast een kleine vaste aanstelling niet de conclusie dat er een vaste aanstelling van grotere omvang is ontstaan. Een appellante die werkzaam was op basis van een vaste aanstelling betoogde dat zij recht had op een grotere vaste aanstelling. Daarvoor was zij werkzaam op basis van tijdelijke aanstellingen. Zij stelde dat daardoor de termijn van 36 maanden in artikel 4.5 CAO PO 2013 is verstreken. Volgens de Raad is dit niet het geval. De tijdelijke taakuitbreidingen van appellante sinds haar vaste aanstelling vormen ook geen grondslag dat een vaste aanstelling van grotere omvang is ontstaan. De Raad oordeelde verder dat de verrichte werkzaamheden op basis van een payrollovereenkomst niet aan te merken was als een tijdelijke aanstelling. De payrollovereenkomsten vormden wel opvolgende aanstellingen als bedoeld in die bepaling.

Regeling dwangsom ook van toepassing op gemeentelijke aanmaningskosten

Het Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden oordeelt dat de dwangsomregeling uit de Awb ook op gemeentelijke aanmaningskosten van toepassing is. Volgens het hof oordeelde de rechtbank onterecht dat de belanghebbende op deze regeling geen beroep kon doen. Voor belastingzaken heeft dit ook gevolgen: de bepalingen uit de Awb zijn ook voor een procedure bij de belastingrechter van toepassing.

Geen strijd met goede procesorde bij indiening stukken na afloop beroepstermijn

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft in een beroep van een stichting tegen een vastgesteld bestemmingsplan geoordeeld dat de in het geding door de gemeenteraad ingebrachte rapportages na afloop van de beroepstermijn niet in strijd waren met een goede procesorde. Volgens de Afdeling hoeven de rapportages anders dan de stichting betoogt, niet buiten beschouwing worden gelaten. Omdat deze rapporten meer dan tien dagen voor de zitting zijn ingediend, zijn deze niet zodanig van omvang dat de ander partij wordt belemmerd adequaat hierop te reageren. De voortgang van de procedure wordt ook niet op andere wijze belemmerd. Het is dus van belang dat u rekening houdt met de wettelijke beroepstermijn. Op basis van deze uitspraak kunnen nadere argumenten, nadere gegevens of nadere stukken worden ingediend, ter onderbouwing van eerder naar voren gebrachte standpunten. Staart u echter niet blind op het feit dat deze mogelijkheid bestaat. Indien er wel sprake is van strijd met een goede procesorde vangt u namelijk bot!