In deze nieuwsbrief behandelen wij:

  • Gestelde betalingsonmacht dient men voldoende onderbouwd te bewijzen
  • Ook voor de minister: Grondregel is openbaarheid van rechtspraak
  • Eigen ontslag van bestuurder van stichting houdt in dat er sprake moet zijn van eenduidige en ondubbelzinnige verklaring. Read:

 

Een gestelde betalingsonmacht dient men voldoende onderbouwd te bewijzen!

X en Y zijn bij vonnis veroordeeld tot betaling van een bedrag van ruim €650.000 aan A. Ondanks diverse verzoeken en sommaties hebben X en Y tot op heden nagenoeg niets betaald. X en Y stellen dat er sprake is van betalingsonmacht. A stelt hiertegenover dat er voldoende indicatoren zijn die doen vermoeden dat X en Y een inkomstenbron en/of vermogen hebben. A vordert dan ook verstrekking van een onderbouwd overzicht van alle inkomen en vermogen van X en Y. De rechter oordeelt  dat uit de tot op heden verstrekte informatie niet met zekerheid kan worden afgeleid dat X en Y geen verhaal kunnen bieden. Hoewel X en Y allerlei verklaringen hebben voor hun inkomsten, stelt de rechter vast dat zij die verklaringen op geen enkele wijze met stukken hebben onderbouwd. Onder de geschetste omstandigheden kunnen  X en Y niet volstaan met het mondjesmaat verstrekken van niet onderbouwde informatie. Van hen mag in dit opzicht een actieve houding worden verwacht. De vordering van A dient dan ook te worden toegewezen.

Ook voor de Minister geldt: De grondregel is Openbaarheid van rechtspraak.

De Minister heeft in een procedure verzocht om geheimhouding ten aanzien van de stukken die zich in de digitale dataroom van de deskundigen bevinden, en het concept-waarderingsrapport, inclusief de bijlagen. De Ondernemingskamer wijst beide verzoeken af. Als uitgangspunt geldt dat de deskundigen bij de uitvoering van de aan hen opgedragen taken vrij zijn het onderzoek naar eigen inzicht in te richten. Partijen die eventueel toegang willen tot de dataroom, krijgen die toegang onder de voorwaarde dat zij zich akkoord bevinden met de geheimhoudingsverplichting. Ten aanzien van het verzoek van de Minister tot geheimhouding van het concept-waarderingsrapport oordeelt de Ondernemingskamer als volgt. Openbaarheid van rechtspraak is de grondregel. Het is mogelijk daar onder omstandigheden een uitzondering op te maken. Voor een dergelijke uitzondering zullen echter klemmende redenen moeten bestaan. In dit licht heeft de Minister zijn verzoek onvoldoende toegelicht. Hij heeft onvoldoende gespecificeerd en toegelicht ten aanzien van welke concrete informatie die onderdeel zou kunnen uitmaken van het concept-waarderingsrapport thans, bijna vijf jaar na dato, nog altijd een zwaarwegend belang bij geheimhouding bestaat, terwijl het bepaald niet vanzelfsprekend is dat de door de Minister genoemde categorieën informatie nog altijd zodanig (concurrentie)gevoelig zijn dat openbaarmaking daarvan dient te worden voorkomen.

Let op: Eigen ontslag van een bestuurder van een stichting houdt in dat er sprake moet zijn van een eenduidige en ondubbelzinnige verklaring.

Eiseres is bestuurder van X, een stichting die medische klinieken in Amsterdam exploiteert. In juni 2017 heeft eiseres aangegeven geen vertrouwen meer te hebben in de samenwerking. Zij heeft de contante kas met € 5000,- mee naar huis genomen. Daarna hebben partijen onderhandeld over een vaststellingsovereenkomst tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar dat heeft niet tot een resultaat geleid. X stelt zich echter op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd. Eiseres ontkent dat en stelt een loonvordering in. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is onvoldoende aannemelijk dat eiseres de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Het enkele feit dat zij een gesprek met de Raad van Toezicht heeft aangevraagd omdat er een onwerkbare situatie was ontstaan en zij geen vertrouwen meer heeft in de samenwerking is daarvoor onvoldoende. Er is geen sprake van een ondubbelzinnig en eenduidig ontslag. Ook de uitschrijving in het handelsregister brengt niet mee dat het dienstverband geëindigd is. De loonvordering wordt toegewezen, maar gezien op de bijzondere (vertrouwens)positie van eiseres als directeur van X zal de wedertewerkstelling onder last van dwangsom niet worden toegewezen.