Door:
Monique van Dijk
Voortzetten huurovereenkomst; medebewoner en samenwoner
Het kan voorkomen dat een huurder overlijdt, maar dat op dat moment naast huurder ook nog anderen in het gehuurde wonen. In hoeverre kunnen deze personen een beroep doen op de huurovereenkomst na bijvoorbeeld het overlijden van de huurder? Om die vraag te kunnen beantwoorden dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de medehuurder en de samenwoner.
Medehuurder
Een medehuurder is een samenwoner die op het contract staat of die getrouwd is met of de geregistreerd partner is van de huurder. Medehuurders hebben zelfstandige huurrechten en recht op huurbescherming. De medehuurder zet de huur automatisch voort wanneer de huurder overlijdt. Op grond van de wet zijn de echtgenoot en de geregistreerd partner van de huurder automatisch medehuurder zolang de woning de echtgenoot tot hoofdverblijf strekt, ongeacht of de huurovereenkomst vóór dan wel ná het aangaan van het huwelijk is gesloten.
Samenwoners
Degene die samenwoont met de huurder, wordt niet van rechtswege medehuurder, zoals een echtgenoot of geregistreerd partner, ook niet wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een samenlevingscontract. Andere samenwoners, zoals huisgenoten en kinderen, zijn geen medehuurders en hebben dan ook niet automatisch zelfstandige huurrechten of recht op huurbescherming toe. Ook niet als de huurder overlijdt.
Voortzetten huur samenwoners
Wanneer een ‘samenwoner’ een procedure start waarin aan de rechter wordt gevraagd te bepalen dat hij de huur mag voortzetten, zal de rechter onder meer de volgende voorwaarden toetsen:
- de samenwoner heeft in het gehuurde zijn hoofdverblijf;
- de samenwoner voerde met de huurder een duurzame gemeenschappelijke huishouding;
- de samenwoner biedt voldoende financiële waarborg om de woning te kunnen betalen;
- er is een huisvestingsvergunning aanwezig, indien de wet dit vereist.
Heeft u vragen met betrekking tot het huurrecht? Neem dan vrijblijvend contact op met de specialisten van VANDIJK advocaten.