In deze nieuwsbrief behandelen wij:
- Na reorganisatie weegt passendheid functie zwaarder dan opvattingen;
- Schriftelijke weigering om te gedogen is geen besluit;
- Aow-gat: toekenning wachtgeld tot aan leeftijd van 65 jaar. Read:
Na reorganisatie weegt passendheid van de functie zwaarder dan opvattingen
Recent heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat het bestuur in beginsel bij de beoordeling om een ambtenaar te herplaatsen moet kijken naar de passendheid van de functie en eigen opvattingen over diens geschiktheid achterwege dient te laten. Van belang is of in het licht van functie-eisen en de geschikt- en bekwaamheden van de ambtenaar sprake is van een passende functie. In het kader van een reorganisatieonderzoek is er een assessment afgenomen bij appellant. Het bestuur heeft op basis van de resultaten van het assessment appellant in kennis gesteld van het voornemen om hem niet in aanmerking te laten komen voor de functie en om eervol ontslag te verlenen wegens reorganisatie op grond van artikel 96 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR). De Raad oordeelt dat appellant bij zijn eerdere werkgever een soortgelijke functie vervulde. Om die reden oordeelt de Raad dat het bestuur niet had mogen volstaan met een verwijzing naar uitkomsten van het assessment. De Raad constateert dat appellant in het assessment ruim voldoende scoort op het punt van organisatiesensiviteit en dat zijn functioneren tijdens zijn detachering uitstekend werd beoordeeld.
Een schriftelijke weigering om te gedogen is geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb.
De Raad van State heeft geoordeeld dat een schriftelijke weigering om te gedogen geen besluit is in de zin van de Awb. De burgemeester heeft in de jaren negentig gedoogd dat vanuit een horeca-inrichting drugs werden verkocht. Deze gedoogstatus is in 1999 ingetrokken vanwege de nabijheid van een school. Deze school is gesloten. In 2014 verzoekt appellant om weer een coffeeshop te mogen exploiteren. De burgemeester deelt appellant schriftelijk mede dat een coffeeshop niet opnieuw kan worden gedoogd. De burgemeester verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, alsmede de rechtbank in het daaropvolgende beroep tegen de beslissing op bezwaar. De Afdeling oordeelt in hoger beroep dat de intrekking van een eerder verleende gedoogverklaring geen besluit is in de zin van artikel 1:3 Awb.
AOW-gat: toekenning wachtgeld tot aan de leeftijd van 65 jaar
De Centrale Raad van Beroep heeft recent geoordeeld dat de beëindiging van een wachtgelduitkering bij 65 jaar met de gelijktijdige toekenning van een beperkte maandelijkse tegemoetkoming een verboden onderscheid naar leeftijd oplevert. Het ging in deze zaak om ambtenaren die werkzaam waren als burgerambtenaren bij het Ministerie van Defensie. Aan hen is overtolligheidsontslag verleend. Door de minister is aan hun wachtgeld toegekend op grond van het Wachtgeldbesluit tot de eerste dag van de maand volgende op die waarin zij de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. Vanwege de Wet verhoging AOW- en pensioengerichte leeftijd hebben de betrokken pas recht vanaf de voor hen geldende AOW-leeftijd. De Raad oordeelt dat sprake is van direct onderscheid op grond van leeftijd door het wachtgeld van ambtenaren bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar te beëindigen, ook al is de duur van het wachtgeld op grond van artikelen 8 en 9 van het Wbad nog niet verstreken.